De belangrijkste verplichtingen van de vervoerder zijn om de lading zoals overeengekomen, op tijd en in goede staat af te leveren. Indien de vervoerder niet aan deze verplichtingen voldoet, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor vertragingsschade en/of schade aan de lading. Om de omvang van de aansprakelijkheid van de vervoerder vast te stellen, wordt vaak verwezen naar het CMR-Verdrag. Het CMR-Verdrag regelt niet alleen de aansprakelijkheid van de vervoerder, maar specificeert ook hoe andere belanghebbenden hun schade kunnen claimen. Voor binnenlands vervoer waarop het CMR-Verdrag niet van toepassing is, bepaalt het nationale recht de vaststelling van de schade. Bovendien zijn vaak de algemene voorwaarden van de verlader, vervoerder of logistieke dienstverlener aanvullend van toepassing.

Bij (inter)nationale vervoersopdrachten zijn doorgaans verschillende partijen betrokken, die jegens elkaar rechten kunnen hebben indien zich problemen voordoen tijdens de uitvoering van het vervoer. Ook komt het voor dat een hoofdvervoerder een ondervervoerder aansprakelijk stelt voor schade. Bovendien lopen expediteurs het risico om aansprakelijk te worden gesteld als vervoerders, wat tot aanzienlijke financiële gevolgen kan leiden. Voor alle partijen in de transportketen is het cruciaal om snel en adequaat te handelen wanneer er schade optreedt. De advocaten van Vallenduuk adviseren en procederen al 25 jaar op dit gespecialiseerde gebied. Zij doen dit zowel voor vervoerders als voor andere logistieke dienstverleners.

‍

‍